Met Vrienden naar Venlo en Weert

  • Door VVMA
  • 21 oktober 2022
  • 0
  • 483 Views

20 September stond de derde excursie dit jaar op het programma: met 48 Vrienden naar Museum Van Bommel van Dam alias VBVD en Museum W. Deze twee musea hebben met Museum Arnhem gemeen dat ze zijn gehuisvest in een kort geleden heropend gebouw. Ook hebben ze gemeen dat ze alle drie rijksmonument zijn en dat ze net als ons museum – ooit gebouwd als herensociëteit  – zijn gebouwd voor een andere functie, namelijk als hoofdpostkantoor en stadhuis.

Daarnaast was een extra reden om juist deze musea te bezoeken gelegen in de bijzondere openingstentoonstellingen: VBVD met een grote overzichtstentoonstelling van Melle (Oldeboerrigter) en Museum W van Studio Job. Extra interessant omdat beide musea niet bij iedereen voor op het netvlies lagen!

Natuurlijk werd de dag gestart na aankomst in Venlo in De Posterij met koffie en een keuze uit een waaier aan overheerlijke Limburgse vlaaien. Net als in Arnhem is de in de entreehal ondergebrachte Posterij ook voor niet-museumbezoekers toegankelijk.  

In de bus naar Venlo geeft Raymond den Burger, architect, een korte toelichting op de verbouwingsplannen van het Venlose hoofdpostkantoor:

“Het gebouw is ontworpen door rijksbouwmeester Hayo Hoekstra in 1938 en opgeleverd in 1941. In de monumentenbeschrijving wordt het aangeduid als een belangrijk voorbeeld van traditionalistische architectuur met historiserende elementen, vooral rond de hoofdingang. Het gebouw wordt als kenmerkend voor het oeuvre van Hoekstra gezien. Een ander bekend gebouw van zijn hand is het voormalige belastingkantoor aan de Rotterdamse Puntegaalstraat. De bouwstijl is kenmerkend voor de Nederlandse overheidsarchitectuur uit de jaren dertig en vertoont dan ook grote overeenkomsten met in die tijd gebouwde kazernecomplexen.

foto: BiermanHenket Architecten

Verantwoordelijk architect voor de het ontwerp voor VBVD is Yvonne Segers, partner bij BiermanHenket Architecten. Dit bureau heeft zijn sporen verdiend in de museumarchitectuur met onder andere de uitbreiding en verbouwing van het Teijlers Museum in Haarlem en het Fries Museum in Leeuwarden.

Het ontwerp kenmerkt zich door subtiele ingrepen in het ietwat saaie en strenge gebouw.

Tot de belangrijkste ingrepen behoren het inrichten van de oude lokettenhal als horecaruimte, kaartverkoop, museumwinkel en kunstuitleen. Daarvoor is er naast de oude hoofdentree aan de Keulse Poort een toegang gemaakt aan de zijde van het museumpark, waar het oude VBVD zich bevond (nu een markthalachtig horecacomplex). Deze looproute dwars door de begane grond moet zo openbaar mogelijk zijn. De tweede belangrijke ingreep zit in de kapconstructie. De daar aanwezige ruimte is nooit gebruikt in de tijd van de posterijen, maar was een loos volume, omdat de traditionele architectuur klaarblijkelijk een kap vergde. Door de handhaving van de spanten is de ruimte te laag als expositieruimte en  daarom ingericht als educatieve ruimte met toegang tot een nieuw uitgebouwd terras en een enorme dakkapel boven de hoofdingang, die na een publieksprijsvraag de  ’duikbril’ is gaan heten.

In deze beide uitbouwen is een kernfacet terug te vinden van het ontwerp: het is bekleed met aluminium paneeltjes, die zich laten lezen als op verschillende manieren uitgevouwen enveloppen. De enveloppen keren ook terug in de vloerafwerking: door subtiel freeswerk met laserapparatuur laten zich hier overal enveloppen zien. De associatie met post en briefverkeer keert overigens ook terug in de huisstijl van VBVD door het gebruik van, als postzegels, getande letters.”

Schenking

De directe aanleiding om de openingstentoonstelling aan Melle te wijden was een schenking van de familie van de schilder aan het museum. Tussen het verzamelaarsechtpaar Van Bommel-van Dam –  met wie je overigens kennis kunt maken in een diorama in het museum –  en Melle Oldeboerrigter bestond een hechte band. Het echtpaar heeft het nodige van hem aangeschaft, wat fotonu behoort tot de kernverzameling van VBVD.  De tentoonstelling Melle – schilder van een andere werkelijkheid was natuurlijk voor een deel van de Vrienden bekend dankzij de aan deze zeer getalenteerde autodidactische kunstenaar gewijde tentoonstelling in Arnhem in 2013. Maar deze tentoonstelling is veel omvangrijker en voor velen van ons toch een eyeopener! Zeker door het uitgebreid tonen van zijn vroege grafische, veelal activistische werk.

Nieuwe ervaring

Waar een enkele Vriend wel al bekend was met het oude museum VBVD bleek dat een museum in Weert voor allen een nieuwe ervaring was.  Museum W is sinds 1982 gevestigd in het voormalige stadhuis van Weert en stond eerder bekend onder de naam Gemeentemuseum Jacob van Horne Weert. Nog steeds is het een echt gemeentemuseum en is het vanaf de oprichting gericht geweest op de lokale geschiedenis en Limburgse religieuze kunst. En toch is er heel veel veranderd! Directeur/conservator John van Cauteren is drijvende kracht van zowel de door de Weertse raad aanvaarde museumvisie als de in 2020 gestarte verbouwingsplannen. Cruciaal daarin is, ondanks de vaste begrenzing van het gebouw, vergroting van het expositieoppervlak. Dit is bereikt door de uitplaatsing van grote transformatoren (de voorziening voor de gehele binnenstad) en het toegankelijk maken van de zolder. Gaande het proces kwam de betrokken interieurarchitect Maurice Mentjes in de rol van architect. Zijn idee om een deel van het gebouw waar de transformatoren stonden te slopen en te vervangen door een met goudkleurig plaatmateriaal beklede uitbreiding leverde heel wat commotie op in Weert.

Maar nadat de Rijksdienst voor Culturele Erfgoed zich enthousiast had betoond verdween de weerstand. Daarmee stond vast dat het gebouw, waarvan de oudste delen teruggaan tot de zestiende eeuw, maar dat vooral bepaald wordt door de neorenaissanceverbouwing uit 1911, uitgebreid kon worden met een sterk uitvergroot ‘relikwieënkistje’. In zijn inleiding liet directeur/conservator Van Cauteren duidelijk merken hoe enthousiast hij is over zijn nieuwe gebouw en de nieuwe mogelijkheden om de zo noodzakelijke wisseltentoonstellingen te kunnen huisvesten.

De eerste wisseltentoonstelling is gewijd aan een kind van Weert: Job Smeets, oprichter en drijvende kracht van het internationaal gerenommeerde ontwerpbureau Studio Job. De tentoonstelling toont een kaleidoscopisch beeld van de ontwikkeling van Job Smeets van zijn Lego-diploma tot een geweigerde unicum voor Chinese opdrachtgevers (omdat voorzitter Mao is afgebeeld). Soms herkent men een bekend ontwerp (meubels, lichtarmaturen, Hema-producten) maar meestal gaat het om zeer humorvolle unieke objecten.

De vaste collectie, vooral gewijd aan fantastisch aangelichte, religieuze objecten, is voor enige tijd verrijkt met een bruikleen van Museum Arnhem: Girl with Sticks van Elisabet Stienstra, dat een ereplaats heeft gekregen in het trappenhuis.  

De Limburgse excursie, vol onbekende verrassingen, werd – voordat de busrit terugreed richting Arnhem – afgesloten met een glaasje en een lichte maaltijd in Bistro ‘De Umbelder’ tegenover Museum W..

foto’s, tenzij anders vermeld: Ineke Klinge, Christine en Raymond den Burger

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *