
‘Een pionier van het expressionisme’, zo kan Marianne von Werefkin (1860 … 1938) wel worden beschouwd. Zij was een van de eersten die begon met het overbrengen van haar emoties in kleur, ritme en vorm in haar werk. Een groep VVMA-Vrienden bracht een bezoek aan de expositie over haar in het Zwolse museum De Fundatie.
De Vrienden werden ontvangen door conservator Sanne van de Kraats die een uitgebreid en boeiend betoog hield over Von Werefkin. Onder andere over de tijd in haar geboorteland Rusland. “Ze heeft een onstilbare honger naar kennis en in Rusland leest ze al heel veel over wat er allemaal in de avant-garde in Europa gebeurt. Maar ze leest ook klassieke literatuur, geschiedenis, over politiek, religie en theosofie, criminologie, psychologie.” Via kunstschilder Ilja Repin ontmoet ze in 1892 de schilder Alexej von Jawlensky met wie ze een turbulente relatie krijgt. Ze stopt bijna tien jaar met schilderen, vanwege een artistieke crisis en het besluit dat ze beter Jawlensky kan ondersteunen.’

Roze Salon
Ze verhuizen in 1896 naar München. “Al snel ontstaat in het huis van Werefkin en Jawlensky de roze salon, de woonkamer van Werefkin, waar kunstenaars, schrijvers, dichters, dansers en denkers samen komen om ideeën uit te wisselen. Onder hen zijn bijvoorbeeld Wassily Kandinsky, Gabriele Münter, Else Lasker-Schüler, Helmut Macke, Alexander Sacharoff en Clotilde van Derp en nog heel veel anderen.“ Werefkin maakt in die tijd veel schetsen en schrijft dagboeken vol. Een van haar gedachtes, uit 1899: ‘Het hart bemachtigt zich van de penseel… de kunst van de toekomst is de emotionele kunst.’
In 1906 of 1907 pakt ze de kwast weer op in de stijl die ze haar leven lang zal vasthouden. “Vol kleur, gevoel, platte vormen en diagonalen. De reizen die ze dan maakt, naar Litouwen en de Oostzee, inspireren haar in haar werk. Zo komen de buitenwereld en haar innerlijke wereld samen op een doek.”
Zwitserland
Tijdens de Eerste Wereldoorlog trekt ze weg uit Duitsland. Samen met Jawlensky verhuist ze naar Zwitserland, eerst naar de omgeving van Genève, later naar Zürich. In 1918 verhuizen zij naar Ascona aan het Lago Maggiore. “In Ascona brengt ze de laatste twintig jaar van haar leven door. Ze richt daar zelfs een museum op. Ze heeft veel contact met lokale bevolking en met kunstenaars. Jawlensky verlaat haar in 1921, maar Werefkin wordt niet eenzaam. Als ze in 1938 overlijdt loopt het hele dorp uit voor haar begrafenis.”

Vier thema’s
Sanna van de Kraats noemt vier belangrijke thema’s in haar werk: vrouwenlevens (“Ze is als vrouw en als kunstenaar een uitzondering”), arbeiders (“In ieder geval vanaf 1909 — van haar Russische periode daarvoor is nauwelijks werk overgebleven — schildert ook Werefkin het harde leven van mannen en vrouwen op het platteland”), het uitgaansleven (“Vooral haar schetsboeken, staan vol — soms humoristische — observaties van het uitgaansleven”) en de natuur en spiritualiteit (“Voor Werefkin staan geloof en kunst bijna gelijk aan elkaar; het spirituele in de kunst is van begin af aan uitgangspunt voor haar”).
Figuratief
Werefkin is behoorlijk onbekend gebleven, in ieder geval in Nederland. “Dat is mede te wijten aan het feit dat Werefkin nooit, zoals bijvoorbeeld Kandinsky, de sprong naar abstractie heeft gewaagd. Daar koos ze bewust voor: zij wilde niet abstract werken, want volgens haar kon je dan mensen niet langer raken. Het was volgens Werefkin essentieel om herkenbaar en dus figuratief te werken.”

Na de inleiding brachten de Vrienden een bezoek aan de expositie zelf. Het was opvallend druk, waarschijnlijk omdat het de laatste week was. De Fundatie gaf het getoonde werk van Werefkin context door werk te laten zien van tijdgenoten. Van haar zijn vooral schilderijen te zien. Er lagen maar een paar schetsboeken in de vitrines, terwijl er toch maar liefst 172 bewaard zijn gebleven. Die paar schetsboeken laten een andere kant van Werefkin zien: spontaner dan haar andere werk. Ook wel gewaagder: hier komt ze tot bloei. Met deze boeken leer je haar pas goed kennen: de brutale, uitdagende en geestige vrouw die Marianne von Werefkin absoluut moet zijn geweest.